Shirdi Sai Baba

Sathya Sai over Shirdi Sai             ( 28-09-1990 )

De komst te Pathri

Vandaag zal ik ( Sathya Sai Baba ) niet spreken over Navarathri of Sivarathri. Ik ben van plan om vandaag te onthullen wat tot nu toe aan niemand bekend is geweest..

In de vroegere dominions van Nizam was een afgelegen dorpje, Patri geheten. In dat dorp woonde een paartje, Gangabhavadya en Devagiriamma. Zij waren bedroefd omdat zij geen kinderen hadden. In antwoord op hun gebeden werd op 28 september 1835 een zoon geboren. Vandaag gedenken we die dag. Dat kind was Sai Baba ( Shirdi ).

Daar Gangabhavadya een gevoel van volledige onthechtheid en verzaking had ontwikkeld, besloot hij, zonder zich om het kind te bekommeren, naar het woud te gaan. Devagiriamma, die haar echtgenoot als God beschouwde, besloot haar man te volgen en het kind achter te laten.

De jonge jaren

In hetzelfde dorp woonde een Soefi-Fakir. Daar hij eveneens kinderloos was, nam hij dit kind onder zijn hoede en bracht het groot in zijn huis. De jongen bleef 4 jaar in het huis van de Fakir. Na verloop van tijd stierf de Fakir. De vrouw van de Fakir, die stapelgek was op het kind, was overmand door verdriet. Tot overmaat van ramp gedroeg de jongen zich lastig. In die dagen namen de verschillen tussen Hindoes en Moslims onrustbarend toe in die streek. Er was een zeer grote verbittering tussen de leden van de twee gemeenschappen. De jongen nu had de gewoonte een Hindoe tempel te bezoeken en daar lofliederen op Allah te zingen: Mai Allah hoe Allah Malik hai. Hij was gewoon om op die manier in de tempel te declameren. Gewoonlijk tuchtigden de Hindoes de jongen op verschillende manieren voor zijn wangedrag. Maar dat was nog niet alles. Ook kwam hij wel een moskee binnen om te verklaren:  Rama is God, Shiva is Allah. Zijn gedrag, het zingen over Allah in een Hindoetempel en over Rama en Shiva in een moskee, was voor het publiek een raadsel. Leden van beide gemeenschappen gingen naar de vrouw van de Fakir en klaagden over het gedrag van de jongen. Omdat zij deze situatie niet aankon, vertrouwde de vrouw van de Fakir de jongen toe aan een hoogstaande, vrome geleerde, Venkusa genaamd, die dichtbij haar huis woonde. De jongen bleef 12 jaar, van 1839 tot 1851, in de ashram van Venkusa. Deze hield buitengewoon veel van de jongen. In iedere aangelegenheid volgde hij gewoonlijk de inzichten van de jonge Baba. Toen zij dat na verloop van tijd in de gaten kregen, werden leden van de ashram jaloers op de jongen.

Aankomst in Shirdi

Op zekere avond in 1851 verliet de jongen de ashram. Hij bereikte Shirdi, toentertijd een heel klein dorpje. Hij bleef daar ternauwernood 2 maanden en trok verder van plaats tot plaats. Nadat hij vele jaren rondgezworven had, kwam hij in een plaats, Dhoopkheda geheten, aan Toen hij daar verbleef werd het huwelijk van de neef van Chandu Patel gevierd. Baba nam deel aan het bruiloftsfeest en kwam opnieuw in Shirdi. Dat was in het jaar 1858. vanaf die dag, tot 1918, heeft hij Shirdi niet meer verlaten.Hij bleef daar zestig jaar.

Toen hij te shirdi was, sprak Baba gewoonlijk met degenen die naar hem toekwamen, gaf hun advies betreffende hun problemen en bemoedigde en troostte hen bij hun zorgen. Op deze manier raakten Baba_s activiteiten door het hele land bekend.

In die tijd was er in het gebied van Maharashtra een Gevlmachtigd Ambtenaar en Koloniaal Bestuurder, de heer H.V.sathe. Hij was door verdriet overmand door het overlijden van zijn vrouw. Prof. G.G.Narke, een vriend van Sathe, ging naar zijn huis en bracht Sathe onder het oog dat het geen zin had om te treuren over zijn verlies en dat het hem goed zou doen om van omgeving te veranderen om over zijn verdriet heen te komen. Hij opperde dat het heilzaam was de darshan van een heilige te beleven en overreedde hem naar Shirdi te gaan.

Sathe ontmoet Baba

Sathe was absoluut een buitengewoon iemand. Toen ze aankwamen in Shirdi, kregen zij en Narke darshan van Baba. Bij verscheidene gelegenheden lachte Baba als hij naar Sathe keek, of zong en maakte vreemde gebaren. Er kwamen twijfels in Sathe op : was Baba wel een echte heilige of alleen maar een excentriekeling. Niemand bracht ook maar iets omtrent Sathe aan Baba over. Sathe en Narke kwamen alleen maar om Baba te zien en in zijn aanwezigheid te zijn. Baba zei tot Sathe : Maak je nergens zorgen over. Lichamen zijn als luchtbellen op het water. Raak in het geheel niet gehecht aan het lichaam. Ontwikkel je gehechtheid aan de inwonende Geest. Zorgen zijn als voorbijgaande wolken. Ieder individu krijgt ermee te maken. Houd moed. Bescherm je kind. Deze laatste opmerking had betrekking op het feit dat de vrouw van Sathe na de geboorte van een kind gestorven was. Zelfs Narke had niet gehoord dat het kind in leven was gebleven. Bij het horen van Baba_s woorden besefte Sathe dat Baba geen gek was, maar een Trikala jnani (iemand die het verleden,heden en toekomst kent). Sathe, die van plan was geweest een poosje te blijven, alleen maar om darshan van Baba te krijgen, verlengde zijn verblijf met nog 2 dagen.

Omdat hij regelmatig bezoeken bracht aan Shirdi, was Sathe de eerste die zich realiseerde dat er eigenlijk geen voorzieningen waren in Shirdi voor degenen die naar Baba kwamen. Het gebouw dat hij inrichtte tot een tehuis voor bezoekers, is Sathe Wada. Sathe was de eerste die een onderkomen te shirdi bouwde.

Gebouw te Shirdi

Terwijl hij op deze manier dienst verleende, ging Sathe weer naar Shirdi, waarbij hij zich begon af te vragen of het wel enige zin had om door te gaan met zich een inkomen te verwerven en rijkdommen op te stapelen. Toen hij Sathe zag, zei Baba glimlachend: Je schijnt de belangstelling voor je baan te verliezen. Je vraagd je af wat je aanmoet met de rijkdom die je vergaard hebt. Waarom zou je die aan wie dan ook geven? Gebruik het geld voor een goed doel. Bouw een Koto in Shirdi. Sathe zei tegen baba: Swami, ik ben geen miljonair. Hoe zou ik hier een woning kunnen bouwen? Baba antwoordde: Ga voort met te doen zoveel als je kunt. Why fear when I am here ?. Op deze wijze bemoedigde Baba Sathe. Te zijner tijd vestigde Sathes oom van moederszijde, Kelkar, zich in Shirdi. Sathe maakte regelmatig geld over uit Poona en zijn ook ging voort met het bouwwerk in Shirdi.

Zo gebruikte Baba Sathe als een instument. Hij beschouwde Sathe als zijn rechterhand bij alle aangelegenheden. Omdat Baba Sathe dichbij zich hield, en alles op hem vertrouwde, werden de inwoners van Shirdi jaloers op hem.

Velen nemen er genoegen mee zelf niets te doen, maar zij kunnen het niet verdragen aan te zien hoe anderen slagen en ze strooien dan praatjes rond. Verscheidene mensen kwamen steeds naar Baba om over Sathe te roddelen. Wat is een passende naam voor zulke kletskousen? Zij moeten maar vijanden van bedelaars genoemd worden, verklaarde Baba.

Een rechter voor een rechter

Toen Hij in shirdi was, deed Baba twee opmerkelijke dingen. Het ene was dat hij, van wie dan ook die naar hem toekwam, geld ontving. Hij vroeg dan om dakshina ( een geldoffer ). Hij vroeg niet om grote bedragen. Het ging om 2 of 5 rupees. Als hij het geld ontving, gaf hij het, in hun aanwezigheid, meteen weer weg. Hij hield niets voor zichzelf.

Op een dag kwam er een man, die Pradhan heette, naar Baba. Hij was van plan 20 rupees aan Baba te schenken. In die dagen waren er nog geen bankbiljetten. Er waren alleen zilveren geldstukken; legeringen zoals nu waren er niet. Iedere rupee bevatte toen een volle tola zilver. Pradhan bedacht dat hij beter, in plaats van zoveel zilveren geldstukken, een gouden soeverein aan Baba zou kunnen geven. Baba keerde de soeverein om en om en merkte op: Wat is dit, ik heb nog nooit zo'n geldstuk gezien. Iemand dicht in de buurt van Baba zei: Het is een goudstuk.Baba zei daarop: Deze wil ik niet. Geef me het geld in rupees. Hij vroeg hoeveel de soeverein waard was. In die tijd was hij 15 rupees waard.

Toen hij de soeverein terugkreeg, gaf Pradhan 15 rupees aan Baba. Onmiddellijk merkte Baba op: Pradhan, je moet me nog 5 rupees erbij geven. Pradhan was toendertijd rechter. Hijzelf, zowel als de mensen om hem heen, vroegen zich af waarom Baba nog 5 rupees verlangde, terwijl een soeverein maar vijftien rupees waard was.

Toen hij Pradhans aarzeling opmerkte, zei Baba tegen hem: Overhandig eerst de 5 rupees en denk er dan over na. Toen merkte Baba op: Toen je van huis ging, hoeveel wilde je toen aan Baba geven? Je was van plan 20 rupees te schenken. Je gaf er maar 15. Dus had ik het recht om nog 5 erbij te vragen. Toen Pradhan deze woorden hoorde was hij verbijsterd. Hij gaf toe dat Sai Baba een goede rechter was. Baba had de gewoonte op deze manier geld in te zamelen van degenen die naar hem toekwamen en het weg te geven aan de behoeftigen.

Sai  De Guru

Op een dag riep hij Kelker bij zich en vertelde hem: Vandaag is het Guru Purnima, breng mij Guru Puja. Niemand kende daar de betekenis van Guru Puja. Kelkar vroeg aan Baba wat Guru Puja betekende. Baba vroeg: Wie denk je dat een guru is? Niet de pausen van de religies zijn gurus. Noch de sanyasins; God alleen is de Guru. Hij is de opperste Gelukzaligheid, de schenker van het goddelijk geluk, de belichaming van de Hoogste Kennis van de Eenheid aller dingen. Hij overstijgt alle dualiteit. Hij is de hoogste Goddelijke Leermeester.

Hij is Brahma, Hij is Vishnu, Hij is Maheswara, Hij is de Allerhoogste. Gegroet zijn die Opperste guru. De ware guru is iemand die de 3 aspecten van de Drieenheid, de goden die heersen over schepping, bewaring en ontbinding, in zich verenigt. Dus God alleen is de werkelijke Guru, verklaarde Baba. Toen hij dit hoorde vroeg Kelkar: Moet ik Brahma, Vishnu of Rudra vereren? Baba verklaarde met een toon van gespeelde boosheid in zijn stem: Ha, Saithan. Hier ben ik. Vereer Mij. Hiermee maakte Baba bekend dat Hij Brahma, Vishnu en Rudra was. Alle aanwezigen voelden dat in Baba het Goddelijke geincarneerd was.

Sathe verlaat Shirdi

Naarmate de dagen verstreken, groeide de haat van de ingezetenen van Shirdi jegens Sathe, omdat hij alle giften van Baba in een hundi inzamelde om het geld voor de bouw van een mandir te gebruiken. Precies in die tijd werd er een kunstwerk dat een zilveren rijtuigje met zilveren paarden uitbeeldde, en dat zich onder Sathes hoede bevond, door een paar dieven gestolen. Sathe was de voornaamste beheerder ervan. Het volk van Shirdi verdacht Sathe van medeplichtigheid aan de diefstal. Op zekere dag vatte een van de inwoners het plan op om Sathe op de weg met een bijl aan te vallen. Zijn oom, die hier lucht van kreeg, riep Sathe en spoorde hem aan onmiddelijke te vertrekken, omdat het te gevaarlijk voor hem was om daar te blijven. Hij vertelde Sathe dat hij Baba overal, waar hij ook mocht zijn, kon aanbidden. Met tegenzin verliet Sathe Shirdi. Baba vroeg nadien onophoudelijk naar Sathe, maar Sathe was er niet. Baba leek heel verdrietig te zijn. Sathe lag Baba zeer na aan het hart. De devotees voelden dat Baba pijnlijk getroffen was door de afwezigheid van Sathe.

Baba en Shyam

Rond deze tijd kwamen de ouders van Shyam met het 2 jaar oude kind naar Shirdi. Shyams vader was net uit dienst gekomen en had besloten zich in Shirdi te vestigen. De naam van de jongen was Mohan Shyam. De ouders noemden hem Mohan, terwijl Baba hem Shyam noemde. De jongen werd in Shirdi op school gedaan en na verloop van tijd rondde hij zijn studie af en werd hij verder opgeleid tot onderwijzer. Hij werd in Shirdi  tot onderwijzer benoemd. De school grensde aan Baba's kamer. De ganse dag was Shyam op school om les te geven. Er bevond zich een luchtspleet in de muur tussen Baba's kamer en het klaslokaal. Shyam keek daar 's avond dikwijls doorheen naar Baba. Hij merkte dan op dat Baba in zichzelf sprak, sommige keren boos werd, of in zichzelf lachte, of andere merkwaardige dingen deed. Baba sliep altijd op een plank van 18 duim breed, die aan het plafond hing. Shyam was bevreesd dat Baba tijdens de slaap van zijn verheven, maar smalle, hoge plaats zou kunnen vallen.

Zorg voor devoties

Eens verzamelde hij al zijn moed en vroeg Baba terwijl hij zijn voeten masseerde: Swami, u schijnt  's nachts helemaal niet te slapen. U lacht in Uzelf of praat. Wat betekent dit allemaal? Jij sukkel. Verbeeld jij je dat jij de enige persoon bent bij wie ik betrokken ben in deze wereld? Er zijn talloze mensen die tot me bidden. Ik spreek tot hen allemaal , antwoordde Baba. Als ik mijn vinger draai, verander ik de richting van hun gedachten. Als ik mijn lippen beweeg, praat ik tegen hen. Als ik lach dan vind ik hun dwaasheden amusant. Dit zijn de dingen die ik voor mijn toegewijde doe, beste kind. Shyam smeekte Baba : Swami! Mijn lessen vergen niet veel van mijn tijd. Laat mij de rest van de tijd bij U blijven en U dienen.

In die tijd was er een vrouw, Laxmibai, die het eten voor Baba klaarmaakte. Shyam ging daar altijd heen om haar bij het maken van jowar rotis te helpen. Baba had een duidelijke voorkeur voor brinjals. Shyam ging naar Laxmibai om te leren hoe hij brinjal- schotels moest bereiden. Shyam ging door met Baba op deze manier te dienen en hij alleen had weet van de vreugde die hij aan een dergelijke dienstbaarheid ontleende.

Geveinsde Boosheid

Het lek wel of Baba dikwijls een woedeaanval kreeg. Maar dat was alleen maar uiterlijk. Soms gooide hij dan een stok naar iemand die 10 voet bij hem vandaan was. Shyam vroeg hem eens: Swami! U slingert in zo'n razernij de stok naar de man. Stel je voor dat hem iets gebeurde en hij stierf. Zult U dan niet een slechte naam krijgen?_ Baba antwoorde scherp: Saithan! Houd je kalm. Het leven van de man is in mijn handen. Hij zal dan alleen sterven als Ik hem dat toesta. Let jij maar op jouw zaken. Waarom maak je je druk om anderen ? De man zal pas tot bezinning komen als hij me op deze manier bezig ziet. Als ik toegefelijk ben, zullen ze hoog van de toren willen blazen._ Op deze manier placht Baba dus door dreigementen en hardvochtige woorden de mensen discipline bij te brengen. Slechts met dit doel voor ogen en met geen enkel ander oogmerk, doe ik of ik boos ben.

Dit geheim werd alleen aan Shyam en aan niemand anders door Baba onthuld. Baba's leven is werkelijk een verhaal van niets anders dan liefde. Vele jaren lang hield Baba Shyam bij zich en stond hem toe hem te dienen. Op een dag riep Baba Pradhan en vroeg hem om een kleine bak te construeren. Pradhan was dus de eerste die bij de bouw van een Samadhi voor Baba betrokken werd.

De Samadhi

Het was het jaar 1918. De vrouw van Pradhan, die in haar geboortedorp woonde, droomde dat Baba overleden was. Pradhan was in Shirdi. Toen zij wakker werd, begon Pradhans vrouw te huilen om het heengaan van Baba in haar droom. Op dat ogenblik hoorde ze een stem in het huis zeggen: Zeg niet dat Baba is doodgegaan. Zeg dat Baba in een staat van Samadhi is. Samadhi betekent gelijkmoedigheid. Leven en dood zijn gelijk; vreugde en verdriet, winst en verlies zijn het zelfde. Vandaar dat er voor Baba zoiets als dood niet bestaat. Dit was het wat de stem verklaarde. Toen ze probeerde aan de weet te komen waar de stem vandaan kwam, ontving ze een boodschap van Haar echtgenoot, die het nieuws van het heengaan van Baba bracht. Dat gebeurde op Vijayadasami-dag ( in 1918 ). Op Vijayadasami-dag gaf hij zijn lichaam op. Ofschoon Vijayadasami dit jaar op 29 september valt, was de datum in het jaar van Baba's Samadhi anders.

De komst van Sai : Het Mysterie

Door tijdsverloop en omstandigheden wist niemand de exacte data van Baba's  geboorte en overlijden. In deze samenhang moet het mysterie omtrent Baba's geboorte beschouwd worden. Een devotie scheef een gedicht waarin hij Hem, die geboren werd in Pathri, die leefde in Dwarakamayi en die de beschermer was van toegewijden begroette.

Toen Gangabhavadya en Devariamma in Pathri woonden, vereerden zij Iswara en Parvathi. Lange tijd hadden zij geen nakomelingen. Hun gebeden werden steeds intenser. Gangabhavadya werkte op een scheepswerf dichtbij het dorp. Op een avond, toen het hevig regende, verliet Gangabhavdya zijn huis om voor de boten te zorgen en zei tegen zijn vrouw dat hij 's nachts niet thuis zou komen. Nadat de echtgenoot, na een vroege maaltijd, was weggegaan, at Devagiamma haar voedsel en ging naar bed. Om negen uur 's avonds werd er op de deur geklopt. Devagiriamma deed open in de verwachting dat haar man teruggekeerd was. Een heel oudeman trad binnen. Hij smeekte: Het is erg koud buiten. Alstublieft moeder, sta me toe binnen te blijven. Vrome vrouw die ze was, stond ze hem toe op de binnenveranda te blijven. Ze ging toen naar binnen en vergrendelde de binnendeur. Een poosje later werd er op de binnendeur geklopt. Ze opende de deur. De oude man zei: Ik heb zo'n honger, geef me wat te eten. Omdat er niets te eten was, mengde de vrouw wat meel door gestremde melk en gaf hem dit. Na enige tijd werd er opnieuw geklopt. Toen ze de deur opende, zei de oude man : Mijn voeten doen pijn. Moeder, wilt u ze masseren? Devagiriamma ging naar binnen, naar de gebedsruimte en bad: O Moeder! Waarom stelt U me zo op de proef ? Wat moet ik doen ? Moet ik Hem dienen of afwijzen ? Door de achterdeur verliet ze het huis en ging op zoek naar iemand aan wie ze kon vragen deze dienst te verlenen. Er was niemand beschikbaar. Wees werd er door de oude man geklopt. Tezelfdertijd klopte er een vrouw aan de achter deur. Ze zei: Het  schijnt dat u naar mijn huis kwam en wat vrouwenhulp zocht. Ik was op dat moment weg. Vertel me alstublieft wat ik voor u kan doen. Blij dat de Godin Parvathi zelf in antwoord op haar gebeden de vrouw had gezonden, stuurde Devagiriamma de nieuwkomer naar de veranda om de oude man te dienen en sloot de deur.

De oude man en de nieuwe vrouw waren niemand anders dan Parameswara en Parvathi, het Goddelijke paar. Paramesware zei tegen Parvathi: Vervul de liefdevolle wensen van deze vrouw. Parvathi zei tegen Easware: U bent de Allerhoogste, alstublieft, stort Zelf Uw genade over haar uit. Easwara zei: Ik kwam om haar te beproeven. U kwam in antwoord op haar gebeden. Daarom moet U haar zegenen. Weer werd er op de deur geklopt. Dit keer deed Devagiamma onmiddellijk open, omdat er nog een vrouw aanwezig was. Parvathi en Parameswara verschenen in hun goddelijke vorm voor haar. Overmand door vreugde viel Devagiriamma aan hun voeten. Toen zegende Parvathi haar: Ik schenk u een zoon om het geslacht in stand te houden en een dochter voor kanyakadana. Daarop viel ze aan de voeten van Easwara. Easwara sprak: Ik ben buitengewoon tevreden over uw toewijding. Ik zal als uw derde kind geboren worden. Toen Devagiriamma opstond, was het Goddelijke paar er niet meer. In extase over deze ervaring wachtte Devagiriamma opgewonden op de terugkomst van haar echtgenoot in de morgen om de hele geschiedenis aan hem te vertellen.

's Morgens keerde de echtgenoot terug. Vol verlangen had ze zijn komst afgewacht om hem gretig te verhalen van alles wat de vorige nacht was voorgevallen. De echtgenoot zei: Devagiri! Wat vertel je me nu voor sprookjes! Het is allemaal maar een droom. Parvathi en Paramesware die voor jou verschijnen en Darshan geven! Het is zuivere fantasie! Gangabhavadya verwierp het hele voorval als ongeloofwaardig en fantasie.

De geboorte van Sai

Maar na verloop van jaren werd Devagiriamma zwanger en werd er een zoon geboren. Een jaar later werd een dochter geboren. Gangabhavadya was er toen van overtuigd dat de geboorte van de 2 kinderen het resultaat was van de zegen haar door Parvathi en Parameswara geschonken. Hij sprak tot zijn vrouw: Jou overkwam dat grote geluk. Ik had dat niet. Toen Devagiriamma opnieuw zwanger werd, begon Gangabhavadya een drang te voelen om huis en haard op te geven en op zoek te gaan naar het Goddelijke paar. Hij deelde zijn vrouw mede dat hij vertrok naar het woud om boete te doen. Toegewijde vrouw als ze was, besloot Devagiriamma hem te volgen, ofschoon ze in de negende maand van haar zwangerschap was.Toen ze nog maar net op weg waren, kwamen de weeën opzetten. Ze beviel van een jongen. Ze wikkelde de baby in een doek, liet het kind aan de kant van de weg achter en volgde haar echtgenoot. Door deze omstandigheden wist niemand wie de ouders van het kind waren. De Fakir, die het kind vond, bracht het mee naar huis en zorgde ervoor. Baba's levensgeschiedenis is slechts bekend vanaf het tijdstip van zijn aankomst in Shirdi.

Toegewijden en Discipelen

In 1917 riep Baba op een keer Abdul Baba, Nana Chandokar, Mhalsapathi, Das Ganu en anderen bijeen en begon aan iedereen te vragen: Weet je wel wie je bent ? Iedereen antwoordde: Ik ben Uw sishya ( discipel ). Baba zei: Nonsens ! Gebruik de term geen ogenblik langer. Ik heb in deze wereld geen discipelen. Ik heb talloze devotees. Jullie weten het verschil niet tussen een discipel en een toegewijde. Iedereen, wie dan ook, kan een devotie zijn. Maar dat is niet het geval met een discipel. Een discipel is iemand die stilzwijgend en onvoorwaardelijk de bevelen van de guru uitvoert. Het kenmerk van de sishya is algehele toewijding aan de leermeester. Slechts die mens die zegt: Ik heb niemand anders in de wereld dan de leermeester is een discipel. In hoeverre hebben jullie mijn geboden gerespecteerd? Wat geeft jullie het recht om er aanspraak op te maken dat jullie mijn discipelen zijn? Slechts diegene die mij volgt als mij schaduw verdient het om mijn discipel te zijn. De devotee is iemand die, waar hij ook is, tot God bidt. Daarom is er een groot verschil tussen een discipel en een devotee. De discipel en de leermeester zijn als twee lichamen met één geest. De discipel behoort geen gevoel van gescheidenheid van de leermeester te hebben. Hij moet voelen: Ik en U zijn één. Dergelijke discipelen zijn in de wereld niet te vinden. Er zijn miljoenen toegewijden, maar geen discipelen.

Baba en Shyam

Toen hij dit hoorde, werd Shyam diep bedroefd. Innerlijk voelde hij: Te dienen aan Uw voeten is voor mij het enige wat telt. Baba ging toen een andere kamer in en riep Shyam binnen. In deze ganse wereld ben jij voor mij de enige discipel. Alle anderen zijn alleen maar toegewijden. Op dat ogenblik viel Shyam aan de voeten van Baba, en riep uit: U alleen, U alleen en blies zijn laatste adem uit.

In heel zijn leven van meer dan 82 jaar had Baba in tegenwoordigheid van devotees nooit een traan gelaten. Toen shyam heenging vergoot hij 3 tranen. De devotees die daarbij waren, zeiden: Swami! Waarom voelt U zich zo verdrietig? Allen zijn in Uw handen. Baba antwoordde: Beste jongens ! Ik treur helemaal niet. Bijna al zijn zonden zijn al weggewist. Door de 3 tranen die ik vergoot zijn ook de laatste zonden weggewassen. Alles wat Baba zei of deed was alleen maar om bestwil van de devotees.

Tegen het einde kwam Abdul Baba naar Baba toe. Baba zei tegen hem: Ik zal opnieuw verschijnen en je darshan geven. Wanneer zal dat zijn? vroeg Abdul. Baba vertelde hem: Het zal na 8 jaar zijn. De eerste komst van Sai was in Maharashtra. De tweede komst zal in Madras zijn. Er moet opgemerkt worden dat toen deze vorm ( Sathya Sai Baba ) zijn opwachting maakte, Andra Pradesh onder Madras viel.

De komst van Sathya Sai

Toen hem gevraagd werd in welke vorm de volgende komst zou plaatsthebben,vertelde Shirdi Baba alleen aan Abdul Baba: Ik zal darshan geven in de naam van Sathya om Waarheid opnieuw te bevestigen.Dat is de advent van heden. De twee lichamen zijn verschillend, maar het Goddelijke is één. De eerste komst was om het Goddelijke te openbaren. De tweede komst is om de Goddelijkheid wakker te maken. De volgende komst is om Goddelijkheid te verspreiden. De 3 Sai's zijn: Shirdi Sai, Sathya Sai en Prema Sai.

De reden om dit alles te verhalen is omdat het vandaag toevallig de geboortedag van Shirdi Baba is. Baba ging in 1918 in samadhi. Lichamen zijn vergankelijk. Deze gewaden worden alleen ter wille van de toegewijden aangenomen. Als het Goddelijke niet met een vorm komt, kan niemand leren te geloven in de Vormloze. Het Goddelijke in menselijke vorm is de voorbereiding op het begrijpen van het Vormloze Absolute.

De waarheid omtrent God kan door niemand begrepen worden. Hij is oneindig groot. Hij is kleiner dan het atoom. Niemand kan begrijpen wat de macrocosmos en wat de microcosmos is.

 
 
 
 

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb